Een kostenvergoeding voor de (privé) laadpaal

Een kostenvergoeding voor de (privé) laadpaal
image_pdfimage_print

In het kader van het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen zijn veel werkgevers bereid mee te denken in groene arbeidsvoorwaarden. Zo stappen veel werkgevers over naar een wagenpark van elektrische auto’s. Bij een elektrische auto verstrekken werkgevers wel eens een laadpaal aan huis. De werknemer maakt in dat geval elektrakosten voor het opladen van de ter beschikking gestelde auto. De loon belastingaspecten rondom de vergoeding van elektriciteit voor het opladen van een auto zijn complex. Dat dit complex is, blijkt ook uit het feit dat de Belastingdienst binnen/na twee jaar haar mening ten aanzien van de kostenvergoeding heeft gewijzigd. 

De elektrische auto van de zaak

Dit stuk gaat over werknemers die een auto ter beschikking gesteld hebben gekregen van de werkgever. Dit zijn de auto’s die door werknemers ook voor privédoeleinden mogen worden gebruikt. Vanuit een loonbelastingperspectief geldt dan dat alle kosten die samenhangen met de auto, kwalificeren als intermediaire kosten. Dat betekent dat als de werkgever de kosten draagt voor bijvoorbeeld het wassen, het tanken en het parkeren van de auto, dit geen loon vormt. In de basis is de vergoeding of verstrekking van een laadpaal ook aan te merken als intermediaire kosten en datzelfde geldt voor de vergoeding van de elektriciteit.

Maar hoe wordt bepaald wat de kosten zijn voor elektriciteit? Dit is afhankelijk van meerdere factoren en de Belastingdienst heeft recent haar standpunt gewijzigd (KG: 204: 2024: 13) ten opzichte van haar standpunt uit 2022 (KG: 204:2022:31). De hoofdregel is dat intermediaire kosten geen loon vormen en dat een vergoeding van de kosten niet hoger mag zijn dan de werkelijke uitgaven die de werknemer heeft gemaakt. Als de vergoeding van kosten hoger is dan de werkelijke kosten, dan wordt dit beschouwd als een voordeel dat voortkomt uit de dienstbetrekking en is daarom belast.

De elektriciteitskosten voor de laadpaal van de auto van de zaak zijn intermediaire kosten. De vraag die voorligt is of dit de extra kosten zijn die de werknemer kwijt is aan de energiemaatschappij of dat moet worden uitgegaan van de integrale kostprijs per kWh. De kennisgroep is van mening dat moet worden uitgegaan van de integrale kostprijs per kWh om te beoordelen hoe hoog de intermediaire en dus de onbelaste vergoeding is.

De prijs die de werknemer per kWh betaalt, wordt bepaald door zijn variabele en vaste kosten gedeeld door het aantal door hem verbruikte kWh.

De vervolgvraag is of het mogelijk is voor de werkgever een vergoeding voor intermediaire kosten te geven op basis van een gemiddelde elektriciteitsprijs. Het zou dan gaan om een vaste vergoeding voor alle werknemers. Volgens de kennisgroep van de Belastingdienst is dit niet mogelijk. De reden daarvoor is dat teveel variatie bestaat bij het bepalen van de integrale kostprijs. Zo zijn verschillende soorten energiecontracten mogelijk en kan het bovendien uitmaken of werknemers zelf stroom opwekken met zonnepanelen. Bovendien kan sprake zijn van laadpalen die energie terug kunnen leveren aan het net.

Als de werkgever toch een vaste vergoeding wil geven voor intermediaire kosten, dan zal deze aannemelijk moeten maken dat de vaste vergoeding lager is dan de integrale kostprijs voor alle werknemers, aldus de Belastingdienst. Hiervoor is een onderzoek nodig dat is gebaseerd op een homogene groep werknemers. Omdat de privésituatie van werknemers veelal verschillend is, is het moeilijk een homogene groep te identificeren. Een vaste kostenvergoeding voor de elektriciteitskosten is volgens de Belastingdienst daarmee een onhaalbare kaart.

Wat is wel mogelijk volgens de Belastingdienst?

Het is mogelijk dat werkgevers en werknemers afspraken maken over de doorlevering van energie. Dit dient te gebeuren onder zakelijke voorwaarden. De reden hiervoor is dat wanneer de voorwaarden niet zakelijk zijn, dit kan worden gezien als een voordeel dat moet worden belast.

Wat is een zakelijke vergoeding?

Sommige werkgevers hanteren de methode van de gemiddelde energieprijs, zoals vastgesteld door het CBS. De Belastingdienst is van mening dat dit niet correct is voor het bepalen van de zakelijke vergoeding. De reden hiervan is dat de energieprijzen van het CBS zowel nieuwe (duurdere) als oude (goedkopere) prijzen bevatten.

Voor het vaststellen van de zakelijke prijs dient te worden uitgegaan van de prijs in de markt op het moment dat de afspraak tussen de werkgever en de werknemer wordt gemaakt. De Belastingdienst geeft vervolgens niet aan op welke wijze de zakelijke prijs wél moet worden vastgesteld.

Als voorbeeld noemt de Belastingdienst een situatie waarin werkgever en werknemer per 1 september 2024 de afspraak maken dat elektriciteitskosten voor het opladen van de auto via de (privé)meter van de werknemer worden vergoed. De vergoeding bedraagt EUR 0,26 per kWh en de afspraak geldt tot 1 september 2025. De afspraak kan als zakelijk worden aangemerkt, omdat de vergoeding binnen de bandbreedte blijft van de prijzen per kWh die op 1 september 2024 in de markt worden aangeboden, bij een looptijd van één jaar.

Niet duidelijk is op basis van welke bron de zakelijke prijs wordt vastgesteld. Het lijkt erop dat het voldoende is te kijken naar een (of meer) aanbieders om de zakelijke prijs vast te stellen. Hieronder een voorbeeld waarbij een simpele zoekopdracht (d.d. 25 november 2024) bij één van de grote energieleveranciers het volgende oplevert.

Praktische tips

  • Inventariseer in hoeverre werknemers een kostenvergoeding ontvangen voor de elektriciteitskosten voor het thuis opladen van de auto van de zaak.
  • Als dat het geval is, voldoet de kostenvergoeding dan aan de voorwaarden zoals gesteld door de Belastingdienst?
  • Als dat niet het geval is, beoordeel wat de zakelijk prijs zou moeten zijn.
  • Is de zakelijke prijs lager dan de gehanteerde kostenvergoeding, dan kwalificeert het meerdere als loon.


Meer weten?

Heb je vragen of wil je meer informatie? Bel ons gerust op 072-5350525 of stuur een mail naar info@efkbelastingadviseurs.nl  Maak van 2025 het jaar waarin jij en jouw team fiscale uitdagingen met vertrouwen aangaan!

Majda Nassih