Vrijstelling BPM voor bestelauto’s afgeschaft per 1 januari 2025

Vrijstelling BPM voor bestelauto’s afgeschaft per 1 januari 2025
image_pdfimage_print

De Wet belasting op personenauto’s en motorrijwielen (Wet BPM) kent een vrijstelling voor bestelauto’s die ter naam worden gesteld van een ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. Als voorwaarde daarbij geldt dat de ondernemer de bestelauto meer dan bijkomstig gebruikt in het kader van zijn onderneming. Meer dan bijkomstig gebruik wordt opgevat als gebruik van de bestelauto voor 10% of meer voor ondernemersdoeleinden.

Gemeenten hebben daarom recht op vrijstelling van BPM als de bestelauto voor meer dan 10% wordt ingezet voor bijvoorbeeld onderhoud van de begraafplaatsen, onderhoud van (btw-vrijgesteld) geëxploiteerde sportaccommodaties, voor assistentie bij het ophalen van bedrijfsafval e.d..

De mate van gebruik van de bestelauto is aannemelijk te maken aan de hand van bijvoorbeeld de kilometeradministratie (rittenadministratie). De hier beschreven vrijstelling wordt met ingang van 1 januari 2025 afgeschaft. Vanaf 1 januari 2025 wordt bij de registratie van bestelauto’s BPM geheven. De grondslag voor de heffing van BPM wordt per die datum omgezet naar CO2-uitstoot, waarmee deze voor bestelauto’s wordt gelijkgetrokken met die voor personenauto’s.

Als u naar aanleiding van dit artikel vragen heeft, kunt u contact opnemen met het secretariaat van EFK Belastingsadviseurs (072-5350525 of info@efkbelastingadviseurs.nl).