
Op dinsdag 16 september 2025, presenteerde het kabinet het Belastingplan 2026 aan de Tweede Kamer. In deze nieuwsflits zetten wij de belangrijkste fiscale maatregelen voor publiekrechtelijke organisaties op een rij.
Omzetbelasting
Geen btw-verhoging op cultuur, sport en media
Zoals wij vorig jaar <klik hier> hebben gemeld, was het voornemen het verlaagde btw-tarief voor cultuur, sport en media per 1 januari 2026 af te schaffen. Het kabinet heeft nu besloten dit voorstel niet door te zetten. Het verlaagde btw-tarief blijft van kracht. Daarmee vervallen de zorgen over hogere kosten en dalende bezoekersaantallen bij bijvoorbeeld theaters, musea en sportfaciliteiten. De zorgen gaven vorig jaar nog aanleiding subsidievoorwaarden en contractuele afspraken tegen het licht te houden. Gemeenten kunnen opgelucht constateren dat de financiële risico’s in deze sectoren er op dit punt niet zijn.
Btw-verhoging logies*
Ook hebben wij u vorig jaar <klik hier> geïnformeerd over de voorgenomen btw-verhoging op logies. Dit plan blijft gehandhaafd. Vanaf 1 januari 2026 valt het verstrekken van logies in het hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf (uitgezonderd kamperen) onder het algemene btw-tarief van 21%. Belangrijk is dat ook reserveringen en betalingen die in 2025 plaatsvinden, maar betrekking hebben op overnachtingen in 2026, onder het nieuwe btw-tarief zullen vallen. Dit raakt onder meer de gemeentelijke administratie, met name in het kader van de regionale coördinatie van de vluchtelingenspreiding (RCVS). Het afschaffen van het verlaagde btw-tarief betekent dat de kosten voor logies, bijvoorbeeld voor Oekraïense vluchtelingen, die zullen plaatsvinden vanaf januari 2026 duurder worden. Hoewel de kosten daarmee stijgen, zal de financiële impact beperkt zijn, aangezien de bekostiging via het Rijk/COA loopt.
Verruiming sociaal-culturele vrijstelling*
Tot nu toe gold de sociaal-culturele vrijstelling zoals genoemd in artikel 11, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de omzetbelasting 1968 alleen als een instelling geen winst beoogde. Het nieuwe wetsvoorstel zorgt ervoor dat ook instellingen die wel winst nastreven, gebruik moeten maken van de vrijstelling. Voor publiekrechtelijke organisaties betekent dit dat dergelijke instellingen hun diensten aan hen vrijgesteld van btw verrichten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan organisaties die schuldhulpverleningsdiensten uitvoeren.
Btw-aftrekherziening diensten aan onroerende zaken
Zoals wij vorig jaar <klik hier> al aangaven, stond het uitbreiden van de herzieningsregeling naar diensten voor onroerende zaken op de planning. De maatregel is nu definitief en treedt per 1 januari 2026 in werking. Het gaat om investeringsdiensten met een waarde vanaf € 30.000 (exclusief btw), zoals verbouwingen en groot onderhoud, waarbij de aftrek gedurende vijf jaren wordt herzien als het gebruik van het pand in deze jaren wijzigt. Voor publiekrechtelijke organisaties betekent dit dat de administratieve verplichtingen toenemen, omdat ook deze diensten in de monitoring moeten worden meegenomen. Dit naast de reeds bestaande tienjarige herzieningsregeling voor nieuwe onroerende zaken. Heb je hulp nodig bij de monitoring van de herzieningsregeling, wij helpen graag!
Vennootschapsbelasting
Voor een gemeente met een aanzienlijk grondbedrijf, welke meer dan € 1 miljoen aan aftrekbare rentelasten heeft, is de volgende wijziging relevant. Het percentage dat wordt toegepast op de gecorrigeerde winst in het kader van de generieke renteaftrekbeperking wordt verhoogd naar 25%. In 2025 bedraagt dit percentage 24,5%.
Loonheffingen
Aanpassing bijtellingsregeling ook voor privédoeleinden ter beschikking gestelde fiets
De bijtellingsregeling voor een door de werkgever ter beschikking gestelde fiets die ook voor privédoeleinden mag worden gebruikt, zal worden aangepast. Voorgesteld wordt de bijtelling voor privégebruik (waaronder ook voor woon-werkverkeer) op nihil te stellen. Voorwaarde daarvoor is dat de werknemer de fiets niet meer dan bijkomstig (niet meer dan 10%) bij het woon- of verblijfadres van de werknemer stalt. De aanpassing zal terugwerken tot 1 januari 2020. Wij raden aan te controleren of dit ook voor jouw organisatie gevolgen heeft.
RVU-drempelvrijstelling structureel
De tot nu toe tijdelijke RVU-drempelvrijstelling wordt vanaf 2026 structureel. Bovendien zal deze worden verhoogd met € 300 bruto per maand. De vrijstelling wordt gerichter ingezet voor werknemers met zwaar werk. Denk binnen de gemeente aan buitendienstfuncties, zoals groenvoorziening, vuilophaaldienst, wegenonderhoud en rioolbeheer. Om RVU’s te ontmoedigen wordt het tarief van de pseudo-eindheffing voor een RVU boven de drempelvrijstelling stapsgewijs verhoogd van 52% naar 57,7% en in 2028 tot 65%. Heeft jouw organisatie hulp nodig bij een RVU, neem gerust contact met ons op.
Versobering extraterritoriale kostenregeling
Heeft jouw organisatie werknemers uit het buitenland in dienst, dan krijgt jouw organisatie misschien te maken met extraterritoriale kosten. Dit zijn kosten die de werknemer moet maken voor bijvoorbeeld de verhuizing of de extra kosten voor hogere levensonderhoud in Nederland dan in het thuisland. Voor het vergoeden van extraterritoriale kosten geldt een gerichte vrijstelling. Vanaf 2026 worden extra kosten voor levensonderhoud, waaronder de kosten van gas, water, licht en extra gesprekskosten voor privédoeleinden met het land van herkomst uitgesloten van de gericht vrijgestelde vergoedingen en verstrekkingen.
Pseudo-eindheffing voor fossiele personenauto’s
Het kabinet stelt voor vanaf 2027 een extra heffing in te voeren voor werkgevers die medewerkers een auto met verbrandingsmotor ter beschikking stellen. De heffing bedraagt circa 12% van de waarde van de ter beschikking gestelde auto. De “eindheffing” is bovenop de reguliere bijtelling voor werknemers en is bedoeld om werkgevers te stimuleren over te schakelen naar elektrische auto’s. Voordelen zoals belastingkortingen voor elektrische auto’s blijven bestaan, maar de fiscale prikkels voor brandstofauto’s worden langzaam afgeschaft of vervangen door extra kosten. Auto’s met verbrandingsmotor die vóór 1 januari 2027 ter beschikking zijn gesteld, krijgen een overgangsperiode tot 1 juli 2030. Dit geeft organisaties – zoals gemeenten – tijd om hun wagenpark geleidelijk te vernieuwen.
Meer weten over de gewijzigde maatregelen of heeft jouw organisatie ondersteuning nodig bij de implementatie ervan? Neem dan gerust contact op met jouw EFK-belastingadviseur via 072 5350525 of stuur een e-mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl. Wij denken graag mee!
* Deze maatregelen stonden al in een eerder wetsvoorstel, maar gelden vanaf 1 januari 2026.