
Per 1 juli aanstaande stijgt het belastingrentepercentage van 4% naar 6%. Deze forse stijging en een recente uitspraak van de Hoge Raad vormen aanleiding het fenomeen belastingrente aandacht te geven in deze bijdrage.
Het belastingrentepercentage stijgt binnenkort van 4% naar 6% (voor een overzicht van de rentepercentages klik hier). Het is een forse stijging (50%) maar de marktrentes zijn inmiddels ook aan het stijgen, dus alleszins begrijpelijk dat deze belastingrentepercentages ook gaan stijgen. Voldoende reden met de belastingrente rekening te (gaan) houden. Immers, als je als belastingplichtige geld moet (terug)betalen aan de belastingdienst krijg je in beginsel te maken met belastingrente, tenzij je binnen hetzelfde jaar of binnen het drempeltijdvak de correcties hebt gesuppleerd en betaald.
Maar de tegenhanger is: wanneer krijg je als belastingplichtige belastingrente vergoed? Dit is van toepassing als de belastingdienst langer dan 8 weken erover doet de teruggaaf vast te stellen. Het betalen van belastingrente en het vergoed krijgen hiervan zijn twee totaal verschillende grondslagen, waarvan de uitkomst in spiegelsituaties per definitie niet gelijk is. Spiegelsituaties doen zich voor op het gebied van de btw en het BCF. Op aangifte is teveel btw in aftrek gebracht, maar die btw blijkt vervolgens compensabel te zijn.
Voorbeeld:
Een btw-naheffingsaanslag 2018 van € 100.000 opgelegd met dagtekening 01 juni 2023, zorgt voor een te betalen belastingrentebedrag van € 16.669, terwijl het recht op een aanvullende bijdrage uit het BCF pas rentedragend wordt als de inspecteur langer dan 8 weken doet over het beoordelen van het verzoek om teruggaaf BCF. Is de inspecteur tijdig met zijn beslissing, dan ontvangt de gemeente totaal geen rentevergoeding, maar is zij wel gehouden de € 16.669 aan belastingrente te betalen. Een dergelijke correctie komt vooral voor bij boekenonderzoeken van de belastingdienst of interne controles van de gemeente.
N.B.
Het wrange is dat andersom ook (nieuwe beschikking BCF leidende tot een terugbetaling) tegenover het recht op een aanvullende teruggaaf btw over hetzelfde tijdvak, tot de zelfde uitkomst leidt. Te betalen belastingrente over het terug te betalen bedrag BCF (alleen de ingangsdatum is nu 6 maanden later) bedraagt € 14.669, terwijl teruggaaf van belastingrente pas ontstaat als de inspecteur langer dan 8 weken nodig heeft om een beschikking af te geven. Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor in de discussie over afval en btw (verschuiving van BCF naar btw-aangifte).
Zoals uit de voorbeelden blijkt speelt belastingrente zowel een rol bij verschuiving van compensabele btw naar verrekenbare btw als vice versa. Een verschuiving die in principe neutraal uitwerkt, maar waarbij de gemeente toch met een kostenpost, de belastingrente wordt geconfronteerd.
Deze systematiek van de belastingrente is zo vormgegeven om het sparen bij de belastingdienst te voorkomen. Dat hierbij geen rekening is gehouden met spiegelcorrecties in de btw/BCF wordt bevestigd in de recente uitspraak van de Hoge Raad <klik hier>.
Hoge Raad
De Hoge Raad overweegt (in onderdeel 3.2.2.) dat “In het licht van de (..) wetsgeschiedenis kan een verwijzing naar renteneutraliteit bij de totstandkoming van de Wet BCF niet worden beschouwd als een uitdrukking van de bedoeling van de wetgever om in gevallen waarin bij samenhangende correcties van omzetbelasting en een bijdrage uit het BCF de in rekening gebrachte en de te vergoeden belastingrente niet overeenstemmen, uitzondering te maken op het wettelijke voorgeschreven berekening van belastingrente over een terugvordering van bijdrage uit het BCF”.
In rechtsoverweging 3.3.4 voegt de Hoge Raad hier nog aan toe “dat de wetgever de gevolgen van dergelijke verschillen heeft bedoeld en voorzien”. En concludeert dan vervolgens “Er bestaat daarom geen aanleiding de wettelijke regeling met betrekking tot de berekening van belastingrente in dit geval wegens strijd met algemene rechtsbeginselen en/of ander ongeschreven recht buiten toepassing te laten.”
Gemeentepraktijk
Met de recente uitspraak van de Hoge Raad over de belastingrente staat het vast dat de ongelijke behandeling van de zogenoemde spiegelcorrecties per definitie leiden tot te betalen bedragen. Met de stijging van 4% naar 6% van het belastingrentepercentage wordt het financiële belang alleen maar groter. Wij raden dan ook aan altijd het juiste btw-label te hanteren en niet op voorhand te denken: het juiste btw-label wordt later wel uitgezocht, want financieel gezien ontvangt de gemeente de btw terug. In dat geval is namelijk nog geen rekening gehouden met de belastingrente en deze kan behoorlijk oplopen.
Wij kunnen ons voorstellen dat de gemeente in specifieke situaties (bijvoorbeeld de koepelvrijstelling) de activiteiten anders kwalificeert dan dat de belastingdienst doet. De opkomende vraag is: krijgen wij dan te maken met het belastingrentespook (wel betalen en niets terugkrijgen?). In principe wel, tenzij de gemeente een door de inspecteur ingenomen standpunt volgt en daar vervolgens bezwaar tegen maakt. In de systematiek krijgt u dan belastingrente vergoed over het gehele tijdvak als u in het gelijk wordt gesteld. Het is dan wel belangrijk dit van te voren af stemmen met de belastingdienst.
Het zou in het algemene kader van spiegelcorrecties het Ministerie van Financiën, de belastingdienst respectievelijk de inspecteur, sieren dat als zij overgaan tot belastingheffing als gevolg van een beleidswijziging, geen terugwerkende kracht daarop van toepassing te verklaren. En mochten zij dat wel doen, is het te overwegen het vakje van de belastingrente in deze uitzonderlijke situaties (zoals bij afval en btw) niet aan te kruisen.
Mocht u vragen hebben over de belastingrente neem dan contact op met uw EFK-adviseur of stuur een mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl of bel naar 072-5350525.