Het zzp- dossier is een waar hoofdpijndossier. Al vanaf de invoering van de Wet DBA (‘Wet Deregulering Arbeidsrelaties’) in 2016 wordt gezocht naar de heilige graal om zogenaamde schijnzelfstandigheid tegen te gaan.
Deze heilige graal is gevonden in het wetsvoorstel VBAR ‘Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden’. Deze wet moet de oplossing bieden tegen schijnzelfstandigheid door aanpassing van de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst (art 7: 610 BW).
De VBAR merkte initieel een arbeidskracht aan als werknemer indien sprake is van:
- Ondergeschiktheid/ werkinhoudelijke aansturing;
- Organisatorische inbedding;
- Het niet werken voor eigen rekening en risico.
Vanuit de landen is veel kritiek gekomen op de VBAR in deze vorm. De voorgestelde wet zorgt niet voor duidelijkheid en gevreesd wordt voor additionele lastenverzwaring en moeilijkheden ten aanzien van de uitvoering.
Daarom is het wetvoorstel aangepast. De organisatorische inbedding is namelijk niet opgenomen in het wetsvoorstel dat naar de Raad van State is verzonden eind juni (https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/nieuws/2024/06/21/meer-duidelijkheid-over-werken-met-en-als-zelfstandige-wetsvoorstel-naar-raad-van-state). De verwachting is dat de Raad van State elk moment zijn advies uitbrengt. De invoering van de VBAR wordt verwacht op 1 januari 2026.
Betekent dit dat organisatorische inbedding niet meer relevant is?
Nee, op grond van de jurisprudentie is de organisatorische inbedding wel degelijk een factor aan de hand waarvan kan worden beoordeeld of de arbeidskracht een werknemer of een zelfstandige is. In de Deliveroo-zaak is bepaald dat de volgende elementen relevant zijn voor de beoordeling of sprake is van een werknemer of zelfstandige:
- De aard en duur van de werkzaamheden.
- De wijze waarop de werkzaamheden en werktijden worden bepaald.
- De inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie.
- Het al dan niet bestaan van de verplichting de werkzaamheden persoonlijk uit te voeren.
- De wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen.
- De wijze waarop de beloning wordt bepaald.
- De mate waarin de arbeidskracht een commercieel risico loopt.
- De mate waarin de arbeidskracht zich in het economische verkeer als ondernemer gedraagt.
De Belastingdienst gaat handhaven per 1 januari 2025, maar waarop?
Het handhavingsmoratorium vervalt met ingang van 1 januari 2025. De Belastingdienst gaat dan de strijd aan met schijnzelfstandigen. De Belastingdienst zal daarbij gebruik maken van de bestaande jurisprudentie en de inkleuring van bepaalde begrippen door lagere rechters.
Wat kan jouw organisatie doen?
Breng de inhuur in kaart en zorg dat duidelijk omschreven is wat jullie processen zijn. Zorg daarnaast voor een monitoringsagenda en bewaar de uitkomsten van de monitoring in de administratie.
Wat kan EFK betekenen?
Moeten jullie nog beginnen? Overweeg dan deel te nemen aan de online zzp- training. EFK organiseert maandelijks een laagdrempelige training waarin de wet- en regelgeving nader wordt toegelicht. Daarnaast worden handvatten geboden voor het opstellen van processen. De trainingen vinden plaats op 8 oktober 2024 en 19 november 2024 en u kunt zich hier aanmelden.
Heeft u het zzp-dossier op uw to-do lijst staan, maar komt u er niet aan toe? De adviseurs van EFK kunnen u assisteren bij de inventarisatie, het opstellen van processen, de implementatie en de afstemming met de Belastingdienst.