Uitspraak Hof Den Bosch concessies buitenreclame

Recent heeft Hof Den Bosch in hoger beroep uitspraak gedaan (ECLI:NL:GHSHE:2023:3603) over de vraag of een gemeente belastingplichtig is voor haar reclameactiviteiten. Hof Den Bosch bevestigt de eerdere uitspraak van rechtbank Den Haag en concludeert dat sprake is van een afzonderlijke belastingplichtige activiteit die niet onder de overheidstaakvrijstelling valt. Hof Den Bosch constateert evenals eerder rechtbank Den Haag dat de concessiecontracten die voor 1 januari 2016 zijn gesloten niet op de fiscale openingsbalans kunnen worden geactiveerd. Hetzelfde geldt voor de lichtmasten en verkeersregelkasten (VRI).

Geen clustering
De activiteit dient afzonderlijk te worden beoordeeld omdat aan de reclameactiviteit voldoende zelfstandigheid kan worden toegekend en sprake is van onvoldoende verwevenheid met het beheer van de openbare ruimte. Het Hof ziet activiteiten die wezenlijk van elkaar verschillen. Daarnaast wordt met beide activiteiten niet als eenheid in het maatschappelijk verkeer opgetreden en zijn de afnemers verschillend (reclame-exploitanten versus andere burgers).

Geen normaal vermogensbeheer
Voor wat betreft het leerstuk normaal vermogensbeheer oordeelt het Hof dat de reclameactiviteiten niet zijn aan te merken als verhuur van delen van de openbare ruimte. Het verlenen van een exploitatierecht komt niet voort uit een vermogensbestanddeel dat de gemeente heeft. De voor de onderneming benodigde arbeid is aanwezig. Een beroep op het vertrouwensbeginsel onder verwijzing naar de verhuur van onroerend goed is afgewezen omdat de reclameactiviteit niet vergelijkbaar is.

Geen toepassing overheidstakenvrijstelling
Qua overheidstakenvrijstelling constateert het Hof dat het aankomt op de invulling van een open norm. Het door de gemeente tot haar taken toerekenen betekent volgens het Hof niet dat sprake is van een overheidstaak. Volgens het Hof wordt het aan een overheidstaak gekoppelde belang van de samenleving niet gediend met de gelegenheid geven tot exploiteren van buitenreclame. Daarnaast oordeelt het Hof dat sprake is van feitelijke concurrentie met private partijen zoals reclame-uitingen in NS-stations, stadsbussen, vrachtwagens en steigerdoeken.

Conclusie
Dit is de eerste zaak in hoger beroep over de concessies buitenreclame. Opvallend is dat Hof Den Bosch heeft geoordeeld in een zaak van rechtbank Den Haag (in plaats van Hof Den Haag). Aangezien meerdere zaken nog aanhangig zijn is het wachten op de uitkomst bij de andere gerechtshoven. Een laatste stap voor de procederende gemeente is de procedure aanhangig maken bij het hoogste rechtsorgaan van ons land de Hoge Raad. Vanzelfsprekend houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Wilt u meer weten of mocht u vragen hebben, neem dan contact op met uw EFK-adviseur of stuur een mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl of bel naar 072-5350525.

Scroll naar boven