Overheidstaakvrijstelling vennootschapsbelasting & gemeentelijke begraafplaats

Overheidstaakvrijstelling  vennootschapsbelasting & gemeentelijke begraafplaats
image_pdfimage_print

In februari 2025 heeft de verantwoordelijke kennisgroep van de Belastingdienst een standpunt ingenomen over de vraag of de overheidstaakvrijstelling van artikel 8e, eerste lid, onderdeel b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van toepassing is voor activiteiten op en rondom de gemeentelijke begraafplaats.

Het betreft hierbij het gelegenheid geven tot begraven op de begraafplaats (1), overige werkzaamheden en diensten op de begraafplaats (2) en het aanbieden van diensten in het nabijgelegen rouwcentrum (3). De vraag of is voldaan aan de ondernemingscriteria is hierbij niet in het geding, de betreffende gemeente zal hierbij dus een (structureel) overschot behalen.

Onderscheid activiteiten

De kennisgroep maakt onderscheid tussen de drie verschillende deelactiviteiten. Het gelegenheid geven tot begraven op de begraafplaats valt onder de wettelijke overheidstaak, zoals opgenomen in de artikelen 27, 33 en 35 van de Wet op Lijkbezorging. De overheidstaakvrijstelling is niet van toepassing indien sprake is van feitelijke concurrentie, hetgeen dient te worden beoordeeld door de bevoegde belastingeenheid.

Voor de overige werkzaamheden en diensten op de begraafplaats geldt geen wettelijke verplichting of publiekrechtelijke bevoegdheid, waardoor deze buiten de overheidstakenvrijstelling valt. Hetzelfde geldt voor het aanbieden van diensten in een nabijgelegen rouwcentrum.

VPB vs. btw

De behandeling voor de vennootschapsbelasting wijkt af van die voor de btw. Bij laatstgenoemde heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een gemeente bij de uitgifte van grafrechten tegen vergoeding niet handelt als overheid. De gemeente voert immers werkzaamheden uit die op eenzelfde wijze door een private ondernemer kunnen worden uitgevoerd. Voor de vennootschapsbelasting moet echter daadwerkelijk sprake zijn van feitelijke concurrentie.

Hoe nu verder?

Dit standpunt maakt het noodzakelijk mogelijk onderscheid te maken in de grafrechten voor bedragen die zijn toe te rekenen aan de wettelijke overheidstaak en aan andere taken. Kortom, een uitsplitsing van de vergoeding naar de verschillende deelactiviteiten. Grafrechten kunnen namelijk worden geheven voor diverse elementen, zoals rechten voor begraven, inschrijving en overboeking van graven, onderhoud/schoonmaak van graven, het plaatsen van urnen en het verstrooien van as. De vergoeding voor het rouwcentrum zal doorgaans separaat in rekening worden gebracht. Uiteraard is dit alles alleen relevant indien sprake is van een structureel overschot!

In het kennisgroepstandpunt wordt helaas niet nader ingegaan op de vraag wat in dit geval onder feitelijke concurrentie wordt verstaan. Is dit bijvoorbeeld het aanwezig zijn van een andere begraafplaats binnen de gemeente, zoals een kerkelijke begraafplaats of natuurbegraafplaats? Of kan dit ook van toepassing zijn wanneer een dergelijke private begraafplaats zich in een naburige gemeente bevindt?

Heb jij vragen  over het toepassen van de overheidstaakvrijstelling voor gemeentelijke begraafplaatsen of wil je meer weten over de specifieke implicaties voor jouw organisatie? Neem dan gerust contact op met jouw EFK-adviseur, bel ons secretariaat op 072-5350525 of stuur een e-mail naar info@efkbelastingadviseurs.nl .

Majda Nassih