Tot 1 januari 2024 hebben de veiligheidsregio’s de operationele coördinatie uitgevoerd voor de eerste opvang van ontheemden uit Oekraïne. Dit om de COA’s zoveel als mogelijk te ontlasten. Vanaf 1 januari 2024 is de taak als gevolg van het Bestuurlijk Afsprakenkader Oekraïense Ontheemden (BAK) overgegaan op gemeenten die daartoe samenwerkingsverbanden zijn aangegaan, die namens hen de taken uitvoeren. De samenwerkingsverbanden omvatten maximaal alle gemeenten in een provincie, maar minimaal alle gemeenten binnen het werkgebied van de veiligheidsregio’s. Volgens de (toelichting op de) bekostigingsregeling moet de samenwerking de vorm hebben van een regionaal openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijk regelingen. Dit is naar onze mening een eigen rechtspersoon met een eigen SiSa-verantwoording (zie brondocument financiële Q&A’s Regionale Openbare Lichamen, versie 18 maart 2024).
Vanaf 1 januari 2024 zijn dus de gemeentelijke samenwerkingsverbanden op operationeel niveau verantwoordelijk voor de regionale coördinatie van de vluchtelingenspreiding (RCVS) en de daarmee samenhangende informatievoorziening. Dit houdt in:
- Het registeren van Oekraïense ontheemden die zich melden;
- Het toetsen of deze vluchtelingen onder de Richtlijn Tijdelijke Bescherming Oekraïne vallen;
- Het (na toets en registratie) doorplaatsen van ontheemden naar een geschikte opvang-locatie;
- Het overzicht houden over het aantal beschikbare plekken binnen de regio en de aard van de beschikbare plekken (geschikt voor huisdieren, zorgbehoevenden, rolstoel-afhankelijken, zuigelingen, enzovoort).
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: het ministerie) bekostigt genoemde werkzaamheden op basis van de Bekostigingsregeling eerste opvang ontheemden Oekraïne (regeling van 21 december 2023, nummer 5111654, hierna: de bekostigingsregeling). Daartoe hebben de samenwerkingsverbanden zich vooraf bij dit ministerie moeten aanmelden met een machtiging waarin het samenwerkingsverband de bekostiging namens de deelnemende gemeenten aanvraagt (dus één aanvraagformulier per samenwerkingsverband).
Op grond van artikel 4b van de bekostigingsregeling bestaat geen recht op bekostiging voor activiteiten waarvan de btw declarabel is bij het BTW-compensatiefonds of als voorbelasting aftrekbaar is op de btw-aangifte. Dit is niet anders dan bij andere specifieke uitkeringen. Een situatie waarin het samenwerkingsverband voor het uitvoeren van haar taak recht heeft op aftrek van voorbelasting kunnen wij ons moeilijk voorstellen en blijft hier verder onbesproken. De btw gemoeid met de uitvoeringskosten is naar onze mening wel volledig declarabel bij het BTW-compensatiefonds, aangezien het hier niet de feitelijke opvang betreft (waarvoor de goedkeuring geldt dat 30% van de daarmee gemoeide btw voor compensatie in aanmerking komt). Het gaat hier echter om het daaraan voorafgaande traject van registratie, toetsing en plaatsing. Het bedrag van deze compensabele btw is dan in te vullen in rubriek 4.2 van het aanvraagformulier voor bekostiging, welk bedrag het ministerie dan zal toevoegen aan het BTW-compensatiefonds (dit fonds wordt dan niet extra belast voor genoemde werkzaamheden).
Vervolgens zal de compensabele btw terechtkomen bij de deelnemende gemeenten, omdat het samenwerkingsverband zelf geen compensatierecht heeft. Daartoe kan naar onze mening door het samenwerkingsverband gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid de btw door te laten schuiven naar de deelnemende gemeenten, ieder voor hun aandeel (op basis van de vooraf overeengekomen verdeelsleutel).
De bekostigingsregeling met toelichting zijn moeilijk te doorgronden en kunnen daardoor bij gemeenten gemakkelijk tot verwarring leiden. Navraag hierover bij de Nationale Opvangorganisatie van het ministerie heeft opgeleverd dat dit ministerie binnenkort met een nadere toelichting komt, waarin ook aandacht zal worden besteed aan het recht op BTW-compensatie (waarvoor de Belastingdienst recent is gevraagd hierover een standpunt in te nemen). Als hierover meer duidelijk is, zullen wij u uiteraard nader informeren.
Hebt u over dit onderwerp vragen neemt u dan contact op met uw EFK-belastingadviseur via 072-5350525 of stuur een mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl. Wij denken graag met u mee!