Lezersvraag: Hoe verhoudt de GGD zich tot de gemeente?

Lezersvraag: Hoe verhoudt de GGD zich tot de gemeente?
image_pdfimage_print

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de publieke gezondheid van hun inwoners. De uitvoering van de taken zijn ondergebracht bij een regionaal werkzame GGD. Bij gemeenten rijst regelmatig de vraag: ‘Hoe dient de btw van de GGD te worden verwerkt in de gemeentelijke administratie?’ In dit artikel geven wij antwoord op deze vraag.

Aan de hand van de tekst van een zware gemeenschappelijke regeling (GR) GGD leiden wij af dat de gemeentelijke colleges de GGD opdrachtgeven voor het uitvoeren van onderstaande (gemeentelijke) wettelijke taken: 

  • de uitvoering van de taken genoemd in artikel 2 van de Wet publieke gezondheid; 
  • de uitvoering van de jeugdgezondheidzorg genoemd in artikel 5 van de Wet publieke gezondheid; 
  • de uitvoering van het vaccinatieprogramma genoemd in artikel 6b, lid 3 tot en met 6 van de Wet publieke gezondheid; 
  • de uitvoering van de ouderengezondheidszorg genoemd in artikel 5a van de Wet publieke gezondheid; 
  • de uitvoering van de infectieziektebestrijding genoemd in artikel 6, lid 1 van de Wet publieke gezondheid; 
  • het houden van toezicht op de naleving als bedoeld in artikel 1.61, lid 1 van de Wet kinderopvang; 
  • de uitvoering van de wettelijke taken in het kader van de Wet op de lijkbezorging voor wat betreft de gemeentelijke lijkschouwingen; 
  • het instellen en in stand houden van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling; 
  • de uitvoering van een crisisfunctie die 24/7 beschikbaar en inzetbaar is bij crisissituaties, waarbij handelen op grond van de Jeugdwet noodzakelijk is.

 

Veelal worden de (algemene) kosten van de GGD verdeeld over de deelnemende gemeenten op basis van inwonersaantallen. Op sommige onderdelen kan een andere, meer specifieke kostenverdeling tot stand zijn gebracht om de werkelijkheid zoveel als mogelijk te benaderen.  

Transparantiemethode 

GGD-en zijn samenwerkingsverbanden van gemeenten, die veelal hun kosten verdelen onder de deelnemers van het samenwerkingsverband. Op basis van het besluit van 24 december 2020 (ook wel het overheidsbesluit genoemd <klik hier> kunnen de gemeente de aan hen doorgeschoven btw voor compensatie in aanmerking laten komen. Echter, hierbij moet worden bedacht dat voor sommige activiteiten de gemeente niet de afnemer is van de prestatie, maar de individuele burger. In dit laatste geval bestaat in beginsel geen recht op compensatie van btw. Uitzondering hierop is als de activiteit aan alle burgers wordt aangeboden, dan is sprake van een collectieve verstrekking en komt de btw weer wel voor compensatie in aanmerking. De gemeenten kunnen de doorgeschoven btw vervolgens compenseren via het BTW-compensatiefonds. De btw op kosten die niet onder het transparantiebesluit vallen (en dus niet mogen worden doorgeschoven), kan de gemeenschappelijke regeling niet doorschuiven naar de deelnemende gemeenten en vormt daarom een kostenpost voor de gemeenschappelijke regeling. Dit zijn kosten die, als de gemeente dezelfde activiteit zou uitvoeren, ook geen recht op compensatie van btw via het BTW-compensatiefonds zouden geven en daarom ook een kostenpost voor de gemeente zouden vormen. 

Is de gemeenschappelijke regeling niet op de hoogte van de omvang van de doorschuif-btw bij de gemeente, dan kan de GGD bij de desbetreffende gemeente informeren naar de mate waarin de activiteiten voor de gemeente recht geven op compensatie van btw via het BTW-compensatiefonds en derhalve onder de transparantiemethode vallen. Hieronder vallen zeker de kosten die de GGD maakt in het kader van het formuleren van beleid, alsmede kosten die de GGD maakt voor het instellen en in stand houden van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Bij sommigen ook wel meldpunt Veilig Thuis genoemd. Kosten die hier niet onder vallen, zijn bijvoorbeeld de kosten die de GGD maakt voor het feitelijk verstrekken van opvang aan volwassen en/of kinderen. De btw hierop vormt een kostenpost. 

Eén op één doorbelasting 

Wij kunnen het ons bijna niet voorstellen, maar de mogelijkheid bestaat dat een individuele GR GGD niet voldoet aan de voorwaarden van de btw koepelvrijstelling. Bijvoorbeeld door niet ieders aandeel in de kosten te verdelen en daar geen afspraken over te maken met de inspecteur. Alsdan verricht de GGD btw-belaste prestaties, of de medische btw-vrijstelling moet van toepassing zijn. In de laatste situatie zal veel toerekenbare btw bij de GGD niet voor aftrek in aanmerking komen en onderdeel uitmaken van de gemeentelijke bijdrage. Ongetwijfeld een financieel duurdere oplossing voor gemeenten. 

Gemeentelijke praktijk 

De GGD als GR en gebruikmakend van de btw-koepelvrijstelling, dient ervoor te waken dat zij jaarlijks niet meer vragen van de deelnemers dan ieders aandeel in de gezamenlijke uitgaven. Dus een situatie waarin de bijdragen van gemeenten even hoog zijn als de gemaakte kosten. Wij merken een tendens dat GR-organisaties steeds vaker de wens hebben meer ‘vlees op de botten’ te krijgen door winst te maken, juist om eventuele toekomstige tegenvallers op te vangen. Een loffelijk streven, maar daardoor wordt de koepelvrijstelling om zeep geholpen en staan gemeenten uiteindelijk voor grotere uitgaven. Daarom blijft het zaak voor deelnemende gemeenten erop toe te zien dat exploitatiesaldo’s van GR-en altijd op nihil uitkomen. Uiteraard kan zich een individuele situatie voordoen waarbij juist het voorkomen van het toepassen van de koepelvrijstelling gewenst is. Maar voor die situaties is het raadzaam uw EFK-adviseur in te schakelen. Hebt u vragen over een GR GGD of loopt u vast met de verwerking in de financiële administratie, neemt u dan gerust contact op met uw EFK-belastingadviseur via 072 5350525 of stuur een e-mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl. Wij denken graag met u mee!

Majda Nassih