Op www.overheid.nl is een internetconsultatie gestart over wijzigingen in wetweging onder het (veelbelovende) kopje Eindejaarsregeling 2023. Veelbelovend, omdat een inhoudelijke wijziging wordt aangebracht op de belastingrente voor BTW en BCF, welke naar verwachting ook nog eens vanaf 1 januari 2024 van toepassing zal zijn.
Volgens de aangereikte tekst zal de Algemene wet inzake rijksbelastingen in artikel 31bis de navolgende aanvulling verschijnen:
In artikel 31bis, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:
- een bedrag aan omzetbelasting ten onrechte in aftrek is gebracht waarna een naheffingsaanslag omzetbelasting met een te betalen bedrag aan belastingrente volgt, terwijl in plaats van die aftrek, onderscheidenlijk een gedeelte daarvan, recht bestond op een bijdrage uit het fonds als bedoeld in de Wet op het BTW-compensatiefonds;
- een bedrag ten onrechte als bijdrage is ontvangen uit het fonds als bedoeld in de Wet op het BTW-compensatiefonds waarna een beschikking als bedoeld in artikel 9, vierde lid, van die wet met een te betalen bedrag aan belastingrente volgt, terwijl in plaats van die bijdrage, onderscheidenlijk een gedeelte daarvan, recht bestond op een teruggaaf van omzetbelasting.
Voor de volledige tekst van de eindejaarsregeling <klik hier>.
Voor mensen werkzaam in de gemeentelijke en provinciale praktijk is dit een vaak voorkomende situatie: je constateert dat de BTW van een bepaalde inkomende factuur op aangifte als voorbelasting is teruggevraagd. Echter, bij nader inzien en na verder onderzoek, had de BTW gedeclareerd moeten worden bij het BTW-compensatiefonds. Financieel gezien maakt het voor de gemeente of provincie niet uit; het betaalde belastingbedrag ontvang je terug, maar het herstel resulteert wel in het betalen van belastingrente over het te suppleren bedrag. Daarnaast krijg je over het terug te ontvangen bedrag geen belastingrente vergoed. Dat voelt oneerlijk, vooral omdat het geld al van de Rijksoverheid is ontvangen. Alleen omdat het uit het verkeerde ‘potje’ is gekomen, moet je nu betalen. Met de wijziging wordt dit oneerlijke gevoel weggenomen.
Gaat het dan automatisch door de Belastingdienst zo worden verwerkt?
In de Nota van Toelichting (NvT) <klik hier> wordt hier nader op ingegaan. In beginsel zal de belanghebbende zelf het verzoek moeten indienen tot het salderen van de belastingrente bij spiegelcorrecties. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het feit dat altijd toch nog een te betalen belastingrente bedrag ontstaat. In de systematiek van de berekening van de verschuldigde belastingrente wordt altijd rekening gehouden met een berekeningsdatum die twee weken is gelegen na de dagtekening (zie ook de uitwerking in de twee gemelde voorbeelden op pagina 11 en 12 van de NvT). Wij als EFK Belastingadviseurs constateren dat als hieraan invulling moet worden gegeven sprake is van een aanzienlijke lastenverzwaring aan de zijde van gemeenten en provincies, terwijl de uitkomst een relatief laag bedrag oplevert voor de Staat. Hoeveel makkelijker zou het zijn als voor het belastingbedrag van de spiegelcorrectie gewoon de berekening van de verschuldigde belastingrente achterwege blijft. Dan valt ook de twee weken periode weg en wordt hoop rekenwerk en verzwaring van de administratieve lasten voorkomen. Of het al door de Belastingdienst automatisch kan worden verwerkt in de systemen, kan alleen de Belastingdienst en haar deskundige ICT-ers aangeven. Het simpelweg aangeven dat op een bepaald bedrag geen belastingrente is verschuldigd (vanwege de spiegelcorrectie) lijkt ons veel eenvoudiger.
Inmiddels heeft de VNG reactie afgegeven op het voorstel <klik hier>. Zij zijn, net zoals wij en ongetwijfeld een ieder die in deze praktijk werkzaam is, dankbaar dat aan het gevoel van onrecht iets wordt gedaan. En het heeft ook nog een toekomstig positief bijkomend effect in fiscale procedures, namelijk het onder omstandigheden voorkomen van een rentespook.
Het rentespook
Het fenomeen doet zich voor wanneer een gemeente zich op het standpunt stelt dat bijvoorbeeld recht op aftrek van BTW bestaat terwijl de Belastingdienst van mening is dat recht op compensatie van BTW bestaat. Om in de huidige situatie te voorkomen dat een aanzienlijk bedrag aan belastingrente moet worden betaald (het rentespook), ga je eerst het standpunt volgen van de Belastingdienst (waar je het als gemeente eigenlijk niet mee eens bent) en waarna je bezwaar gaat maken tegen je eigen aangifte. In deze situatie wordt namelijk wel belastingrente vergoed als je in het gelijk wordt gesteld (artikel 30ha, lid 2 AWR). Met de aanvulling op artikel 31bis, kan je als gemeente dichter bij je standpuntbepaling blijven en overeenkomstig je aangiften indienen. Als de Belastingdienst het er niet mee eens is, kan de Belastingdienst hiervoor een naheffingsaanslag BTW opleggen en een teruggavebeschikking BCF verlenen. Met de komst van het fenomeen spiegelcorrectie blijft de heffing van belastingrente achterwege.
Of het toepassen van het fenomeen spiegelcorrectie en de effecten ervan op de belastingrente in uw specifieke situatie vanaf 2024 financieel zinvol is, is afhankelijk van feiten en omstandigheden. Meer dan voorheen is het leveren van maatwerk bij het berekenen van de belastingrente zinvol.
Voor meer informatie neem contact op met uw EFK Belastingadviseurs via 072-5350525 of stuur een mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl