Basisopleiding btw/BCF te kantore van EFK Belastingadviseurs

Op 19 oktober hebben financiële professionals binnen publieke organisaties de kans gegrepen  hun kennis te vergroten tijdens onze basis btw/BCF training. Deze intensieve eendaagse training bood deelnemers een uitstekende basis om btw-aspecten binnen hun organisaties te begrijpen en te beheren. Het resultaat? Een verhoogd signaleringsvermogen, meer fiscaal bewustzijn en een betere capaciteit om praktijksituaties zelfstandig op te lossen.

Enkele deelnemers deelden hun ervaringen. Zo deelde Bianca van Vliet, Team Financiën van de gemeente Hollands Kroon het volgende: “Wij waren in ieder geval erg enthousiast over de cursus. In één dag leer je de basisbeginselen van de btw/BCF en Henk Zuidersma weet heel levendig met praktijkvoorbeelden de theorie over te brengen. Ook is er ruimte voor het inbrengen van praktijkvoorbeelden en is het leerzaam om van collega’s van andere gemeenten te horen hoe zij met bepaalde zaken om gaan. Ook heeft het ons aan het denken gezet hoe wij de processen op moeten zetten om de btw binnen onze gemeente goed te verwerken.

Diana Morees van het Team Boekhouding bij de Gemeente Waterland benadrukte de effectiviteit en duidelijkheid van de training: “De manier waarop de cursus is gegeven, (toch een hele dag!), vond ik duidelijk en vooral met goede voorbeelden. Henk Zuidersma, de cursusleider, gaf de cursus op een ontspannen en leuke manier. Door de voorbeelden die hij gebruikte bij de uitleg en vragen welke hij stelde was de stof makkelijker te begrijpen.”

Bent u geïnteresseerd in toekomstige trainingen om uw fiscale bewustzijn te vergroten? Neem dan contact op met Majda Nassih, Mirjam de Vries of Fellany Luider op het telefoonnummer 072-5350525 of via de mail training@efkbelastingadviseurs.nl.




Internet consultatie Wetsvoorstel verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

Inhuur van zelfstandigen krijgt merkbaar meer aandacht van de Belastingdienst. Wij merken dit tijdens de ‘show-me sessies’ bij trajecten Doorontwikkeling Horizontaal Toezicht en de bedrijfsbezoeken van de behandelteams. Inhuur wordt fiscaal gezien als een key-risk.

Het kabinet heeft besloten de wetgeving rond ‘werken in dienst van’ te verduidelijken. Demissionair Minister van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een wetsvoorstel daartoe in internetconsultatie gebracht <zie>. De jurisprudentie is uitgeplozen en verduidelijkt en er is een toetsingskader gemaakt. Ook wordt een uurtarief geïntroduceerd.

Bij een tarief onder de € 32,24 (peildatum 1 juli 2023) geldt het rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat niet wordt geregeld dat bij een uurtarief boven € 32,24 een rechtsvermoeden van zelfstandigheid geldt. Daarbij is ook van belang dat het uurtarief geen hard minimumtarief voor het werk als zelfstandige inhoudt. Het rechtsvermoeden kan worden ingeroepen door de werkende (of diens vertegenwoordiger). Het gaat hierbij om een weerlegbaar rechtsvermoeden. Er ontstaat dus niet automatisch een arbeidsovereenkomst, maar de werkende kan zich in het geval van een tarief onder de norm wel op het rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst beroepen en gemakkelijker een arbeidsovereenkomst opeisen (bij de eigen werkgever en desnoods via de civiele rechter).

Modelovereenkomsten en mogelijk een verkapt dienstverband kan worden getoetst aan de hand van onderstaand schema (zie ook Memorie van toelichting, p37 en p38).

Indien een nieuw toetsingskader voor de inhuur binnen de organisatie moet worden opgezet of een bestaande moet worden aangepast, dan geeft het wetsvoorstel hiervoor goede aanknopingspunten. Houdt er rekening mee dat het een wetsvoorstel in consultatie is en geen wet.

Als u over bovenstaande vragen hebt of als u hulp nodig hebt, wij helpen uiteraard graag. Neem contact op via 072-5350525 of stuur een mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl.




Inhoudingsvrijstelling dividendbelasting voor de publieke sector

Op basis van de huidige regelgeving is een dividenduitkering welke een publiekrechtelijk lichaam ontvangt door een verbonden lichaam, zoals een nutsbedrijf, belast met 15% dividendbelasting. De dividendbelasting wordt door het verbonden lichaam ingehouden en op aangifte voldaan richting de Belastingdienst. De – door het uitkerende bedrijf – ingehouden dividendbelasting moet het publiekrechtelijk lichaam apart bij de Belastingdienst terugvragen. Immers, publiekrechtelijke lichamen  zijn slechts beperkt belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Het aandelenpakket in het verbonden lichaam, zoals het nutsbedrijf, bevindt zich niet in de ondernemingssfeer van het publiekrechtelijke lichaam en blijft daardoor dan ook buiten de vennootschapsbelasting.

Om de administratieve lastendruk te verminderen is reeds in 2017 een voorstel gedaan tot een inhoudingsvrijstelling voor de dividendbelasting voor dergelijke situatie (artikel 4a Wet op de dividendbelasting 1965). Het rondpompen van geld door dit eerst in te houden en vervolgens terug te vragen wordt hiermee voorkomen. De vrijstelling is tot op heden niet in werking getreden, omdat deze mede afhankelijk is van de technische implementatie van de bijbehorende softwaresystemen van de Belastingdienst.

Per besluit van 20 september 2023 is aangekondigd dat de inhoudingsvrijstelling alsnog per 1 januari 2024 in werking gaat treden. Dit betekent dat op de hiervoor beschreven dividenduitkeringen geen dividendbelasting meer hoeft te worden ingehouden. Aan de inhoudingsvrijstelling kleeft wel een voorwaarde. De ontvangende partij dient in het bezit te zijn van een kwalificatiebeschikking. Deze dient te worden aangevraagd bij de inspecteur. Naar verwachting zal de aanvraag op digitale wijze kunnen worden ingediend. De opbrengstgerechtigde van het dividend dient tevens een afschrift van de beschikking te verstrekken aan de uitkerende vennootschap. De beschikking geldt voor een periode van ten hoogste vier jaar.

De huidige regeling van inhouden en vervolgens terugvragen verdwijnt niet, waardoor per 1 januari 2024 een keuze bestaat uit twee methodieken; de teruggaafregeling of de inhoudingsvrijstelling.

Wilt u meer weten of mocht u vragen hebben, neem dan contact op met uw EFK-adviseur of stuur een mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl of bel naar 072-5350525.




Geen aftrek eigen bijdrage personeelsverstrekking bij BUA-berekening

De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit gepubliceerd waarin wordt aangekondigd dat de interpretatie die toestond dat eigen bijdragen voor personeelsverstrekkingen, relatiegeschenken en andere giften in mindering gebracht konden worden op het totaal van de uitgaven bij de berekening van het drempelbedrag voor het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (hierna: BUA), wordt beëindigd.

Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 nader toegelicht
In het BUA is een bijzondere regeling opgenomen. Op grond van het BUA moet in een aantal gevallen de aftrek van voorbelasting worden gecorrigeerd. Het BUA is van toepassing op goederen en diensten die een ondernemer gebruikt voor:

  • schenkingen aan niet-aftrekgerechtigden; en
  • personeelsverstrekkingen

Om niet voor ieder kleinigheidje tot een correctie van de voorbelasting te moeten overgaan, is in het BUA een drempelbedrag van € 227 ingevoerd. Onder dit drempelbedrag behoeft geen correctie op de voorbelasting plaats te vinden. De € 227-grens dient per personeelslid te worden bepaald. Concreet betekent dit dat de aftrek van voorbelasting niet wordt uitgesloten als het totaalbedrag van de verstrekkingen aan dezelfde persoon in een jaar niet meer bedraagt dan € 227.

Ter verduidelijking volgt hier een voorbeeld: Stel dat een personeelslid gratis zijn privéauto in de parkeergarage mag parkeren. De kosten toerekenbaar aan de parkeergarage bedragen in totaal € 95.000 per jaar en er zijn 430 personeelsleden die van de parkeergarage gebruik mogen maken. Per personeelslid bedragen de kosten toerekenbaar aan deze personeelsvoorziening € 221 (€ 95.000/430). Hiermee wordt de grens van € 227 niet overschreden. Van een BUA correctie is geen sprake.

Berekeningsmethode-BUA
Sinds 2007 komt de btw op de kosten voor verstrekkingen door gemeenten aan het eigen personeel voor compensatie in aanmerking en is de ‘berekeningsmethode-BUA’ niet relevant. Dit is natuurlijk wel anders in het geval op de kosten het forfaitair percentage van toepassing is. Bij het toepassen van het forfaitair percentage dient wel rekening te worden gehouden met de ‘berekeningsmethode-BUA’ voor wat betreft het ondernemersdeel (oftewel het verrekenbare aandeel).

Artikel 4, eerste lid, van het BUA bevat de voorgeschreven berekeningsmethodiek om vast te stellen of het drempelbedrag van € 227 voor de toepassing van het BUA wordt overschreden. Op de website van de Belastingdienst is met betrekking tot deze berekeningsmethodiek aangegeven dat het bedrag van een te betalen eigen bijdrage voor personeelsverstrekkingen, relatiegeschenken of andere giften in aftrek mag worden gebracht op het totaal van de uitgaven dat wordt getoetst aan het drempelbedrag. De uitleg op de Belastingdienstwebsite, die de aftrek van de eigen bijdrage toestond, blijkt echter niet in overeenstemming te zijn met de tekst van artikel 4, eerste lid, van het genoemde besluit. Daarom wordt de uitleg op de Belastingdienstwebsite met ingang van 1 januari 2024 niet langer gevolgd. Dit besluit is van kracht vanaf 17 oktober 2023 en blijft geldig tot 1 januari 2024.

Het vorenstaande brengt met zich mee dat bij het toepassen van het forfaitair percentage door gemeenten op personeelsverstrekkingen niet langer rekening kan worden gehouden met de ‘berekeningsmethode-BUA’ zoals vermeld stond op de website van de Belastingdienst. De gemeente dient de berekeningsmethodiek zoals vastgesteld in artikel 4, eerste lid van het BUA te hanteren. Een eventuele te betalen eigen bijdrage voor personeelsverstrekkingen, relatiegeschenken of andere giften mag niet langer in aftrek worden gebracht op het totaal van de uitgaven.

Wilt u meer weten of mocht u vragen hebben over hoe een BUA-berekening te maken, neem dan contact op met uw EFK-adviseur of stuur een mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl of bel naar 072-5350525




Boete bij vrijwillige verbetering btw-aangifte?

Vanaf 2 juni van dit jaar legt de Belastingdienst geen boetes meer op bij het vrijwillig verbeteren van de btw-aangifte. Het opleggen van een zogenoemde vergrijpboete was in deze situatie al niet mogelijk. Wel kon de Belastingdienst een verzuimboete opleggen. De op te leggen boete bedroeg 5% van het te suppleren bedrag met een maximum van € 5.514.

De voorwaarden waaronder de Belastingdienst een boete oplegt en de daarmee gepaard gaande hoogte van de boete zijn beschreven in het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst (hierna: BBBB). Het BBBB is gewijzigd naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 september 2021 (klik hier). Paragraaf 24 en 28 zijn gewijzigd, waardoor een vrijwillige verbetering niet langer een grond is om een (betalings)verzuimboete op te leggen (klik hier).

Wij merken op dat van een vrijwillige verbetering alleen sprake is als de suppletie is ingediend vóórdat de organisatie weet – of redelijkerwijs moet vermoeden – dat de Belastingdienst op de hoogte is van fouten in de aangifte. Bij het indienen van een suppletieaangifte na het aankondigen van bijvoorbeeld een boekencontrole door de Belastingdienst zal de Belastingdienst van mening zijn dat de organisatie redelijkerwijs had moeten weten dat de Belastingdienst op de hoogte zou komen van fouten in de aangifte. Als geen sprake is van een vrijwillige verbetering, kan in beginsel nog steeds een verzuim- of vergrijpboete worden opgelegd. Ten overvloede merken wij op dat voor de declaratie BTW compensatiefonds (hierna: BCF) de boetebepalingen niet van toepassing zijn. Een gewijzigde beschikkingen voor het BCF door een vrijwillige verbetering of door bijvoorbeeld een controle leidt nimmer tot een boete.

Vrijwillig verbeteren loont.

Alleen een organisatie die het niet goed doet en niet zelf corrigeert wordt beboet. Het uit eigen initiatief verbeteren van de aangifte loont!

Wilt u meer weten of mocht u vragen hebben, neem dan contact op met uw EFK-adviseur of stuur een mailbericht naar info@efkbelastingadviseurs.nl of bel naar 072-5350525.